DICT biedt aan vakgroepen de mogelijkheid om een virtuele server op te zetten en te beheren.
In plaats van een eigen (fysieke) server aan te kopen, kan men een virtuele server op de centrale VMWare vSphere omgeving gebruiken.
Elke vakgroep mag gebruik maken van het door DICT aangeboden virtualisatieplatform.
Je kan een virtuele server aanvragen, zie het onderdeel Hoe?.
Aan deze dienst zijn enkele voorwaarden gekoppeld, zie gebruikersvoorwaarden
Dit betekent dat je als beheerder je automatisch akkoord verklaard met deze gebruikersvoorwaarden.
Deze regels kunnen ten alle tijden aangepast of gemoderniseerd worden en zijn van toepassing na het publiceren en bekendmaken ervan.
Wanneer er een aanpassing gebeurt, dan zal er een mail gestuurd worden naar alle beheerders van virtuele servers om daarop te wijzen.
Het aanvragen van een Virtuele Server kan via het Selfservice aanvraag formulier. Indien je hier geen toegang tot hebt, kan je steeds door contact met de helpdesk op te nemen, een virtuele server aanvragen.
Aan de hand van de ingevulde gegevens, brengt de netwerkbeheerder de IP-registratie in orde.
Vervolgens wordt de virtuele server aangemaakt.
Volgende zaken worden gevraagd:
Wanneer er een poort geselecteerd wordt die internet toegankelijk moet zijn, zal de virtuele server een adres in de publieke range (Subnet 244) krijgen. In alle andere gevallen wordt voor veiligheidsoverwegen de server aangemaakt in een range enkel maar toegankelijk binnen het UGentNet (Subnet 172)
Om uw nieuwe virtuele machine te beheren - in het bijzonder ze op te starten en de installatie van het operating system te starten - dient u de volgende procedure te volgen: